Formuleren .... oftewel.... punten scoren! 10 gouden regels....

1. Let op: gaat de vraag om een voorstelling of om vormgeving?

Soms wordt er gevraagd naar kenmerken van de afbeelding. Wat doe je dan?

2. Wordt er gevraagd om een toelichting? Ja? > Geef de toelichting!

Nee????? > Geef ook de toelichting!

Voorbeeld van een juiste formulering:

-kleur: linksboven is er een sterk warm-koud contrast te zien.

-vorm: er is sprake van organische vormen in het gedeelte bij de bladeren.

-Ruimte: er is op verschillende manieren ruimte gesuggereerd, met name door de overlapping en de afsnijding.

Wat is een toelichting eigenlijk in het beeldende vak?

3. Hoeveel antwoorden worden er gevraagd? GEEF GENOEG!

Geef je meest zekere antwoorden EERST!

4. VERBODEN WOORDEN:

modern, hip, mooi, algemene of te persoonlijke meningen...

5. Haast je niet; je hebt de hele zomer om uit te rusten.

Kijk je werk nog een keer goed na als je denkt klaar te zijn.

6. Schrijf met volwassen taal, maar wel duidelijk, alsof je aan een kind van 10 uitlegt

hoe het zit.

7. Gebruik je gezond verstand; ga niet strooien met moeilijke woorden als je eerste ingeving gewoon en duidelijk is. Gebruik alleen termen als daarna gevraagd worden of als je ze natuurlijk gebruikt.

8. Kijk naar de tekst onder de afbeelding of naar de tekst die iets over een afbeelding vertelt. Vaak wordt je wijs van de introductie, de maat en de titel van een werk.

9. Kijk goed en lang naar de afbeelding. Zoek moeilijke woorden op in een woordenboek.

10. ONWIJS VEEL SUCCES! JULLIE KUNNEN HET!!!!