Kunst kijken

Magritte, Dit is geen pijp.

Waarom is dit geen pijp?

 

Kunst kun je grofweg indelen in autonome (links) en toegepaste kunst (rechts).

 

Toegepaste kunst is praktische kunst, gebruiksvoorwerpen, waarvan je meteen ziet wat de functie is; denk aan kleding, bestek, gebouwen en affiches. Bij autonome kunst, zoals schilderijen, foto’s en beeldende kunst gaat het om de esthetiek, de schoonheid, van het werk en niet zozeer om het praktische doel. Of je nu een voorkeur hebt voor toegepaste kunst of autonome kunst, beiden zijn een vorm van visuele communicatie. Kunst is gemaakt door mensen voor mensen. Via het kunstwerk wil de kunstenaar de kijker iets vertellen.

 

Nu je weet dat kunst een vorm is van visuele communicatie, begrijp je waarschijnlijk ook dat kunst, net als mondelinge of schriftelijke communicatie, verkeerd begrepen kan worden. Als een kunstwerk zijn uitwerking mist, kan dat aan de kunstenaar liggen, maar die kan zijn creatie niet meer aanpassen. Vaker ligt de fout bij degene die het kunstwerk bekijkt. Dit is wat er zoal mis kan gaan bij het kijken naar kunst:

  • Je staat niet open voor het kunstwerk
    Als je hoofd er niet naar staat, het werk je niet aanspreekt of als de omstandigheden in het museum (te warm, te koud, te druk, etc.) niet goed zijn, ben je afgeleid. Je kunt je niet op het kunstwerk concentreren, terwijl sommige kunstwerken juist wat extra inspanning vereisen.

 

  • Je mist een getraind oog
    In het dagelijks leven kijk je oppervlakkig om je heen. Geloof je dat niet? Bedenk dan maar eens hoe de voordeuren van je buren eruit zien. Bijna niemand zal de deuren tot in de kleinste details kunnen beschrijven. Logisch, maar onze oppervlakkige manier van kijken, is niet geschikt om kunst te bekijken. Als je leert op details te letten, gaat een kunstwerk leven en wordt het vanzelf interessant.

  

  • Je mist achtergrondinformatie
    Vaak is een kunstwerk gemaakt in een andere tijd, op een andere plek en door iemand die heel anders denkt of dacht dan jijzelf. Een schilderij kan bijvoorbeeld een gebeurtenis laten zien die plaatsvond in de achttiende eeuw, maar waar jij helemaal niets van af weet. Of er worden oude symbolen gebruikt die jou niets zeggen. Hier komt dus toch een stukje kunstgeschiedenis om de hoek kijken. Een afgeronde opleiding is niet nodig, maar het is wel slim om voordat je een tentoonstelling gaat bezoeken op internet achtergrondinformatie te zoeken over de kunstenaar, de tijd waarin hij of zij leefde en over de kunststroming waartoe de kunstenaar behoorde.

  

  • Je wilt het kunstwerk ‘oplossen’
    Een veelgemaakte fout is dat mensen het kunstwerk willen doorgronden. Ze willen weten wat de boodschap van de kunstenaar is, maar het leuke - en tegelijkertijd lastige - van kunst is dat die boodschap voor iedereen anders kan zijn. Er is niet één oplossing. Dus in plaats van je daarop te focussen, kun je beter kijken naar wat jij ziet en wat jij daarvan vindt.

Kijken naar kunst

 

Kunst kijken gaat over beschrijven wat je ziet (en voelt). Ga onbevangen (zonder oordeel) voor het schilderij staat en vraag je af wat je opvalt. Wat is herkenbaar? Wat is niet herkenbaar? Kijk je naar iets wat de schilder/beeldhouwer (waarschijnlijk) zo heeft gezien of speelt de fantasie een rol?
En welke emotie roept het kunstwerk bij jou op?
Hierna kan je wat dieper ingaan op wat je ziet door het kunstwerk te analyseren. Dit doe je met behulp van de beeldende begrippen.

    

Licht, kleuren, vormen, ruimte en compositie vormen de bouwstenen van een schilderij. Als je deze beeldaspecten leert herkennen, kom je meer te weten over de structuur van een schilderij.

 

Licht is het belangrijkste beeldaspect in een schilderij. Zonder licht zie je niets. Je kunt kijken naar de lichtbron die de kunstenaar heeft gebruikt, bijvoorbeeld daglicht via een raam, licht van een lamp of een onzichtbare lichtbron. Je kunt ook letten op schaduwen om te bepalen waar het licht vandaan komt.

    

Kleuren spelen een grote rol in schilderijen. Je kunt daarbij letten op warme en koude kleuren, lichte en donkere kleuren en de verschillende kleurcontrasten.

     

Bij vormen denk je in eerste instantie aan basisvormen zoals cirkels, driehoeken, vierkanten en ovalen. Maar in feite heeft alles een bepaalde vorm. Waar je op kunt letten, is bijvoorbeeld of de vormen in het schilderij grillig zijn of juist strak. Zijn ze duidelijk of vaag, geometrisch of organisch.

            

Kunstwerken kunnen grofweg worden ingedeeld in 2D en 3D. Schilderijen en foto's zijn altijd 2-dimensionaal, ze zijn plat. Maar door te spelen met diepte kan de schilder wel een gevoel van ruimte creëren. Bekijk het schilderij en vraag je of de kunstenaar gebruik heeft gemaakt van ruimtesuggestie. En zo ja op welke manier.

  

De compositie is niets anders dan de samenhang tussen de verschillende beeldelementen van een schilderij, hoe de verschillende elementen in het werk zijn verdeeld. Er zijn verschillende soorten composities. Zo is er de symmetrische compositie. Het schilderij bestaat dan uit twee helften die (bijna) elkaars spiegelbeeld zijn. Een andere veelgebruikte compositie is de centrale compositie, waarbij één beeldelement centraal staat en vaak ook in het midden van het schilderij wordt afgebeeld. Een geometrische compositie bestaat uit strakke, evenwichtige lijnen en/of vlakken. Bij een driehoekscompositie zijn de elementen gerangschikt in de vorm van een driehoek. En bij een over-all compositie ontbreekt een bepaalde samenhang.

   

Kunstschilders gebruiken allerlei soorten materialen, zowel voor de ondergrond van het schilderij als voor de verf. Zo kan het ‘doek’ van linnen, ongebleekt katoen of halflinnen zijn. Maar ook van hout, papier, karton, steen, metaal of kunststof. De ‘verf’ kan bijvoorbeeld bestaan uit houtskool, olieverf, aquarel of - moderner - uit airbrush en spuitbussen. Kijk eens welk materiaal er in het schilderij waar je voor staat, is gebruikt. Misschien zijn er zelfs meerdere materialen gebruikt. Vraag je ook af welk gevoel de materialen jou geven.

 

Beeldhouwers gebruiken ook allerlei soorten materialen zoals hout, steen, marmer, staal, brons of modernere materialen zoals kunststoffen en dergelijke.

 

Onderzoek het handschrift van de kunstenaar.
‘Vaak hebben schilders een eigen handschrift, zoals ook iedereen anders schrijft. Om meer over de manier van schilderen te weten te komen, kun je je bijvoorbeeld afvragen of de kunstenaar een dikke of een dunne kwast gebruikt, of er meerdere lagen over elkaar zijn geschilderd, of de schilder snel of langzaam heeft geschilderd, of je strepen, stippen of kleurvlakken ziet, of de schilder kleuren heeft gemengd, of er een kleurverloop te zien is of dat de kleuren juist hard naast elkaar zijn gezet. Al deze elementen geven je informatie over de manier van werken van de schilder Ook beeldhouwers hebben een eigen handschrift: manier van werken