Hieronder nog enkele tips waar je op moet letten als je gaat leren voor de toets.

1. Let goed op het verschil tussen de voorstelling en de vormgeving.
Bijvoorbeeld: als er gevraagd wordt naar een beschrijving van de voorstelling beschrijf je wat je ziet aan verhaal. Je probeert nog niks over kleur, licht, vorm, ruimte en compositie te zeggen (alleen noemen als het echt belangrijk is om je verhaal te ondersteunen).

Voorstelling: Wat is er te zien; welk verhaal zit er in het kunstwerk? Eerst ga je kijken of het werk figuratief (geabstraheert of realistisch) is of abstract. Daarna kijk je naar de SOORT voorstelling (portret, landschap of figuurstuk).

2. Let op het verschil tussen tonaal en monotoon kleurgebruik. Hieronder nog twee voorbeelden van tonaal gebruik (de schilderijen bestaan voornamelijk uit bruintinten. Daaronder twee voorbeelden van monotoon kleurgebruik. (Het ruimtelijke werk bestaat uit 1 kleur en is dus monotoon. Door de schaduwen lijkt het of er verschillende tinten rood zijn gebruikt, dit is niet zo. In het schilderij ernaast zie je duidelijk 1 kleur rood, dus is het monotoon).

Tonaal

Monotoon

3. Betrek de vraag in je antwoord.
bijvoorbeeld:
vraag: wat betekent afsnijding?
fout antwoord: Een gedeelte van de voorstlling wordt afgesneden door het kader.
goed antwoord: Met afsnijding wordt bedoelt dat er een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader.

4. Lees de vragen goed.

5. Als er staat dat je iets moet uitleggen, moet je dit zo goed mogelijk doen. Je scoort de meeste punten op je uitleg.

6. Lees de titel, die kan je veel vertellen over het kunstwerk.

7. Ik ga een van de behandelde schilderijen en een daarbij behorende vraag terug laten komen in de toets.

8. In de toets komende de volgende soort vragen langs:

• De betekenissen/definities van beeldende begrippen.
• Open vragen
• Het koppelen van beeldende begrippen aan kunstwerken (hierbij wordt meestal gevraagd om een uitleg).
• Een praktische opdracht (kleurpotloden leg ik klaar, je mag natuurlijk je eigen meenemen, zorg dat ze geslepen zijn)
• Meerkeuzevragen